Jan Bakker nieuwe voorzitter college van bestuur Calvijn College

Jan Bakker
Jan Bakker
Foto: Calvijn College

Op 1 juni 2018 zal Jan Bakker in dienst treden als voorzitter van het college van bestuur van het Calvijn College. Hij volgt hierbij Bert Vogel op.

De heer Vogel zal afscheid nemen vanwege het bereiken van de pensioenleeftijd. Na een korte inwerkperiode zal Bakker, die een ruime bestuurlijke ervaring heeft in bedrijfsleven en onderwijs, bij de start van het volgend schooljaar het voorzitterschap overnemen.

G. van Kralingen, voorzitter raad van toezicht: “Het is een positief en unaniem gedragen besluit om hem te benoemen op deze voor het reformatorische onderwijs van Zeeland zo belangrijke positie. De Heere schenke Zijn wijsheid aan onze nieuwe bestuurder en gebed in onze gezinnen en kerken.”

Ervaren

Bakker (52) is momenteel werkzaam als algemeen directeur bij groeispecialist Van Iperen in Westmaas. Binnen het primair onderwijs is hij lange tijd voorzitter geweest van Colon, de vereniging reformatorisch primair onderwijs Zeeland. Zijn brede belangstelling in de gereformeerde gezindte komt naar voren in zijn voorzitterschap van de raad van commissarissen van de Erdee Media Groep. Bakker woont in ‘s-Gravenpolder, is getrouwd en heeft vier kinderen. Hij is lid van de Gereformeerde Gemeenten.

Open

Van Kralingen: “Wij hebben er vertrouwen in dat onze aankomend voorzitter het Calvijn College op een goede manier de toekomst in zal leiden. We denken dan aan zijn ruime bestuurlijke ervaring, maatschappelijke betrokkenheid en zijn open persoonlijkheid. Met hem zullen we helder blijven in identiteit en vanuit oprechte betrokkenheid op de persoon maatwerk leveren. Boven alles mag ons gebed wel zijn of de Heere Zelf Zijn zegen zou willen geven over onze besluiten.”

Hart

Bakker: “Ik vind het een voorrecht leiding te mogen geven aan het Calvijn College. Een school die allereerst het hart van de leerling op het oog heeft en met die insteek ook kwalitatief sterk onderwijs verzorgt. Ik zie uit naar de contacten met leerlingen, personeelsleden en het netwerk buiten de school.”
Voor