Terwijl het dorpshuis in Krabbendijke nog dicht is vanwege een drugsvondst, wordt er op de achtergrond al hard gewerkt aan het nieuw leven inblazen van het dorpshuis.
Halverwege 2018 heeft een aantal leden vanuit de klankbordgroep Krabbendijke een stichting gevormd om zich te bezig te houden met de invulling van het dorpshuis de Meiboom. Op dit moment is deze stichting nog druk bezig met het maken van allerlei plannen, voor een vernieuwde moderne uitstraling en invulling van het dorpshuis. Zeker is, vanuit de stichting én vanuit de gemeente, dat het dorpshuis begin mei weer open gaat en dat ook iedereen weer welkom is. “We gaan samen voor een duurzaam dorpshuis, voor 2019 en voor de toekomst.”
De afgelopen drie jaar is er vanuit een klankbordgroep met vaste gebruikers veelvuldig gesproken over de toekomst van het dorpshuis in Krabbendijke. Deze klankbordgroep was oorspronkelijk in het leven geroepen om te adviseren over het sociaal-cultureel gebruik van het dorpshuis. Gaandeweg de jaren werd er besloten om te kijken naar het vormen van een stichting, net als bij alle andere Reimerswaalse dorpshuizen gebruikelijk is. Dit was ook een wens vanuit de gemeente, zodat in alle dorpen een vergelijkbare manier van samenwerken zou zijn.
De focus van de stichting en de gemeente ligt erop om van De Meiboom weer een mooie plek te maken, die echt van het dorp is. Een plek waar mensen zich thuis voelen, elkaar kunnen ontmoeten en aan activiteiten kunnen deelnemen. Ook voor zakelijke activiteiten, zoals vergadering en jubilea zal er plek zijn, evenals voor verenigingen en feesten en evenementen van en voor de dorpsbewoners. “Nieuwe activiteiten en ideeën zijn ook nog van harte welkom. Zo kunnen we samen kijken hoe we het echt weer een huis van het dorp kunnen maken!”
Wethouder Kees Verburg: “ In onze andere dorpskernen heeft het werken met dorpshuisstichtingen zich steeds bewezen. Ik ben dan ook verheugd dat in Krabbendijke een enthousiaste groep vrijwilligers is opgestaan om ook daar een stichting te vormen. Ik kijk dan ook uit naar de samenwerking”.