Voorjaarsnota: financiële perspectief voor Zeeland sterk verbeterd

Foto: Pixabay

Het financiële perspectief voor Zeeland is sterk verbeterd. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota van de Provincie Zeeland, waarin Gedeputeerde Staten de hoofdlijnen schetsen voor de begroting 2019.

“Na een periode van grote financiële krapte kan de Provincie komende jaren haar taken weer naar behoren uitvoeren en de nodige investeringen doen. Het provinciebestuur heeft zich met succes ingespannen voor reparatie van de uitkering uit het provinciefonds via de andere provincies en een bijdrage van het Rijk voor versterking van het vestigingsklimaat”, laat de provincie weten.

De begrotingen van 2017 en 2018 gingen uit van scherpe en pijnlijke keuzes in de uitvoering van de provinciale kerntaken om (beperkte) ruimte voor noodzakelijke investeringen te maken. De afspraken rond de sanering van Thermphos leidden in 2017 tot een extra last van bijna € 28 miljoen. De Provincie kon een sluitende begroting voor 2018 presenteren, maar de algemene reserve daalde in 2018 tot ongeveer € 1,6 miljoen, ongeveer een tiende van het wenselijke niveau. Het beeld was toen dat het jaren zou duren om de financiën weer op orde te krijgen.

Provinciefonds en “regio-enveloppen”

Naar aanleiding van het advies van de commissie Jansen hebben de andere provincies ingestemd met het herstellen van een weeffout in het provinciefonds. Het provinciefonds gaat er vanuit dat de provincie inkomsten heeft uit dividenden van Delta, maar die inkomsten zijn er al jaren niet meer. De andere provincies geven in de komende drie jaar samen € 20 miljoen aan Zeeland, onder de voorwaarde dat de provincie zelf in die periode € 10 miljoen extra ophaalt via de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Met dat geld gaat de Provincie de achterstanden in het wegenonderhoud herstellen, inhaalslagen maken op de uitvoering van haar taken in maatschappelijke opgaven, en haar reservepositie versneld op het minimaal wenselijke niveau brengen.
De nieuwe steun van het Rijk op basis van het regeerakkoord, in de vorm van cofinanciering via zogenoemde “regio-enveloppen”, zorgt er voor dat Zeeland en de andere indieners van projecten meer effect en resultaat kunnen bereiken dan ze op eigen kracht zouden kunnen. Zo kan de Provincie samen met die andere partijen meer investeren in Zeeland.

Interbestuurlijk programma

Ook krijgt de Provincie – net als alle andere provincies en gemeenten – een hogere uitkering uit het provinciefonds (accres), die ruimte geeft voor de uitvoering van nieuwe ambities, samen met haar partners. Het hogere accres heeft een relatie met het Interbestuurlijk programma (IBP) dat door Rijk, IPO, VNG en UvW gezamenlijk is opgesteld. In het IBP schetsen de overheden hoe ze samen willen werken als één overheid om vraagstukken op verschillende gebieden, zoals klimaat, energie en circulaire economie willen aanpakken. Daarnaast kan de Provincie deze ruimte ook inzetten voor specifiek Zeeuwse opgaven, zoals de leefbaarheid in relatie tot de bevolkingsontwikkeling en de kwaliteit van de Zeeuwse kust. De werkwijze om samen met de andere overheden op te treden als één overheid, wil de provincie ook bij die vraagstukken toepassen.